dichten op locatie

 audiovisuele poëzie


Ben Verschuren
dichter / schrijver
 
 gedichten

 BRIEVEN


home 
reageren 
Letters from heaven
Berichten uit de bovenwereld
 
Mijn zoon,

Ik was ineens zo moe, ik moest even gaan zitten. Het was de eerste dag van de grote vakantie. Laat mij maar stofzuigen, zei ik terwijl ze naar de keuken liep. Ik weet nog steeds niet waar ik zo moe van was, ik heb er nooit meer bij stil gestaan, in deze brief eigenlijk pas weer voor het eerst.

Als ik alles en iedereen nu eens weg kon zuigen met dit apparaat, dacht ik, ook dat gekibbel tussen ons, dat eindeloze gekibbel over dingen die niet de moeite van het bespreken waard zijn. Het was dan ook de toon, meer dan de inhoud, de onderhuidsheid die kiest voor terugtrekken in plaats van confronteren, de onderhuidsheid die een neiging ontwikkelt om te gaan gooien, jij hebt dat ook, niet doen! geef dat maar terug aan mij, dat is mijn zaak.

Ik kon de gedachte niet van me afzetten. Dat mag je niet denken, dacht ik beschaamd, maar wat als je dat toch doet? Ik hield het niet tegen, het begon te wringen, te wroeten, het nam bezit van mijn hoofd, mijn hart, mijn lijf. Het kan niet, dacht ik, het kan niet. Ik was zo moe. Voor het eerst had ik behoefte om helemaal alleen te zijn.

Na die dag stond mijn foto prominent op het dressoir, elke dag een bloemetje erbij. Ik was die ochtend om zes uur op mijn brommertje naar de stad gereden om de vrijer van je jongste zus- die wel weer ouder is dan jij, wat kan taal toch verwarrend zijn - naar de trein te brengen. Op de terugweg voelde ik me vrij, alleen op dat brommertje in de mist. Ik had graag door willen rijden, verder dan waar ik woonde. Ik heb later op de ochtend ook nog jou en je oudste zus weggebracht.

We zwaaiden zonder te weten dat het de laatste keer zou zijn. En daarna ben ik nog naar de dokter geweest. Wat een mens al niet doet op zijn laatste levensdag!

je dode vader




Mijn jongste zoon,

Misschien heb je het niet gemerkt, maar ik heb niet meer gezongen sinds papa dood was. Ook geen radio meer aangezet. Ik kon niet verdragen dat het huis een ander geluid droeg. Ik wilde bewijzen dat de tijd was stil gezet, ik was een weduwe geworden, ik lijstte zijn foto in, dit was mijn man.

Ik heb je toen gevraagd af en toe zijn plaats in te nemen, jij was de jongste, jij was de geschiktste, jij zou geen nee zeggen. Misschien had ik het niet moeten doen, misschien. Ik was verpletterend door hem verslagen, één moment heb ik iets gevoeld wat woede zou kunnen zijn, maar daar kon ik niks mee, ik besloot hem in ere te houden, elke dag een bloemetje, elk jaar een heilige mis en op zijn verjaardag de hele familie gezellig op de koffie, het werden de nieuwe herinneringen.

Ik wilde niet meer zingen, de radio moest uit, het verleden van tafel en geen illusies meer. Doorgaan als weduwe was het enige dat erop zat, het heeft me geen windeieren gelegd.

Verdriet, wat is dat eigenlijk? Ik vind het een vreemde emotie. Het lijkt of verdriet een rol speelt, tenminste als anderen erbij zijn. Alsof het gezien moet worden, een weduwe zonder verdriet is immers geen weduwe meer.

Ben jij eigenlijk verdrietig geweest? Heb ik je getroost? Heb je toen iets gezegd, wat moest je zeggen? Weduwe ging me beter af dan moeder.

Aandacht, ik was er goed in, het gaf zin aan mijn leven dat ik meer ging omarmen dan ik ooit had gedaan.

je weduwe moeder

    info@benverschuren.nl